Iedereen is wel eens boos. De meeste mensen kunnen soms hun boosheid niet zo goed beheersen. Ze slaan dan bijvoorbeeld met deuren en schelden iemand uit. Als je nog erg klein bent, kun je dit ook nog niet zo goed. Iedereen kent wel filmpjes van peuters die gillen en slaan. Als je wat ouder wordt, leer je steeds beter jouw boosheid te beheersen.
Vaak is er een aanleiding om boos te worden, bijvoorbeeld ruzie. Het kan voorkomen dat je gewoon een beetje chagrijnig bent en hierdoor snel boos op iemand bent. Maar het kan ook voorkomen dat je uit het niets erg boos kunt worden. Zo boos dat je met spullen kan gooien of zelfs iemand pijn kan doen. Soms is er wel een aanleiding, maar andere mensen zeggen dan tegen je dat je niet zo heftig moet reageren. Eigenlijk kunt je niet zo goed omgaan met spanningen en stress. Boosheid komt voort uit verschillende oorzaken. Soms moet de oorzaak aangepakt worden. Misschien heb je veel meegemaakt in jouw leven en heeft dit jouw boosheid veroorzaakt. Soms is dit niet zo en heeft de boosheid meer te maken met het niet kunnen beheersen van boosheid. Afhankelijk van de oorzaak moet de boosheid dan ook anders aangepakt worden. Soms zorgt het praten over de gebeurtenissen ervoor dat de boosheid minder wordt. Soms moet je leren de boosheid te beheersen.